China mikt ook dit jaar op een economische groei van 7,5 procent. Dat heeft de Chinese premier Li Keqiang woensdag op het jaarlijkse Nationale Volkscongres bekendgemaakt.
Daarmee ligt de ambitie op hetzelfde niveau als vorig jaar, toen de daadwerkelijke groei uitkwam op 7,7 procent.
Keqiang gaf in zijn toespraak aan dat de ontwikkeling van de economie de belangrijkste taak blijft voor de regering. In dat kader is het belangrijk dat de groei op een “toepasselijk” niveau blijft, stelde hij.
Export groeimotor
China teert al jaren op een systeem waarbij exportgroei, mogelijke gemaakt door lage lonen, is gecombineerd met forse binnenlandse investeringen. Het door de overheid gecontroleerde bankensysteem voorziet aan de overheid gelieerde bedrijven van goedkope kredieten, waarmee de reusachtige expansie van de bouw en infrastructuur wordt gevoed.
Dit alles leverde krachtige groeicijfers op, maar twee groepen zijn daarbij het kind van de rekening geworden: Chinese consumenten en kleine en middelgrote bedrijven uit de private sector.
Chinezen met lage en middeninkomens zetten relatief veel geld opzij als spaarbuffer. Dat doen ze vanwege het ontbreken van goede sociale voorzieningen. Door de manipulatie van rentetarieven ten gunste van de kredietverleningen aan grote staatsbedrijven, is de rente op spaargeld echter laag.
Dit alles zorgt voor een relatief achterblijvende binnenlandse consumptie. Consumenten moeten namelijk meer geld naar hun spaarrekening overmaken, omdat ze zo weinig rente krijgen.
Kleinere private Chinese bedrijven worden in hun groei ook geremd door beperkte toegang tot de officiële bancaire kredietverlening. Zij zijn sterk afhankelijk van informele kanalen zoals financiering via familie en vrienden.
Binnenlandse consumptie aanjagen
China’s hoogste politieke leiders zijn zich goed bewust van deze tekortkomingen en gaven afgelopen najaar tijdens het vijfjaarlijkse Nationale Congres van de Communistische Partij aan waar de oplossingen vandaan moeten komen, zonder heel concreet te worden.
Duidelijk is dat China niet eindeloos kan doorgaan met op bancair krediet leunende investeringen in infrastructuur en andere bouwprojecten. Er moet een omslag komen naar een sterkere nadruk op consumptieve bestedingen aan de ene kant, en groei van het private midden- en kleinbedrijf aan de andere kant.
Lees ook de analyse van Z24's Jeroen de Boer: Staat China aan de vooravond van een economische crisis?
Economen hebben twijfels bij groeidoel
Volgens de Chinese premier past het groeidoel van 7,5 procent bij het streven om een "gematigd welvarende maatschappij'' op te bouwen. Hij rekent er daarbij op dat de groei het vertrouwen zal versterken dat de markten in China hebben en zal helpen bij het hervormen van de economie. "En nog belangrijker: een stabiele groei garandeert werkgelegenheid'', voegde hij daaraan toe.
Economen zetten woensdag vraagtekens bij het doel van de regering. Afgelopen week nog bleek uit nieuwe cijfers dat de groei van de industriële activiteit in China flink is afgekoeld. Volgens de toonaangevende graadmeter van de Britse bank HSBC zou zelfs sprake zijn van krimp. De vergelijkbare index voor de dienstensector wees woensdag op een aanhoudende groei in dat deel van de economie, op ongeveer hetzelfde niveau als in januari.
Bron: Z24/ANP
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl